Morgenvroeg, om 7.27, vertrekt onze trein van Beijing naar Ulaan bataar. Vandaag is de laatste luxe als toerist voor een lange tijd. Voorlopig geen mooie hotels in wereldsteden. Geen ontbijtzaal met versgebakken eieren meer. Ook niet meer de keuze uit tientallen restaurants met tientallen gerechten. Maar gewoon blij als zijn als er iets herkenbaars en eetbaars te krijgen is. Ook het terras met een lekker zonnetje zal voorbij zijn, De weersverwachting in Ulaan Bataar is lichte sneeuw met een milde vorst van min veertien graden in de nacht. Overdag een temperatuur rond het vriespunt.
En de hele verdere reis tot St. Petersburg in Rusland zal ook niet veel beter worden. Dus is vandaag de laatste kans om als “De Tourist“ nog echt te genieten van de laatste luxe van het stadsleven in een gematigd klimaat. Als afscheid beginnen we bij de belangrijkste toeristische attractie. De plek waar iedereen die Beijing bezoekt naar toe gaat. Het enorme, altijd drukke Tiananmen Plein. Het is vandaag volledig afgeladen met duizenden Chinezen. Ze zijn vooral bezig zichzelf te fotograferen met de poort van de hemelse vrede op de achtergrond. Of ze staan in de rij bij het mausoleum van Mao.
Controles om te controleren
Het blijft een schitterend mooi groot plein. Om het plein op te komen moet je altijd via een onderdoorgang. Alle tasjes worden gescand als je het plein op wilt. Gewoon de straat oversteken is onmogelijk. Militairen controleren en bekijken iedereen. En om 18:00 gaat het plein dicht. Waarschijnlijk zijn ze hier nog steeds bang van de bezetting van het plein 20 jaar geleden. Er staan overal politie en militairen. Daarnaast zijn camera’s op iedere hoek. Maar het doet de chinezen niets, ze lachen, maken foto’s, zijn vrolijk. Ook de 3.000 doden welke hier in de opstand zijn gevallen doet ze niets.
Ook bij iedere metrohalte word je tas gescand alsof je het vliegtuig instapt. Rijen wachtende bij de scanners. En ook hier een aantal politiemannen of militairen. Deze kunnen van saaiheid net niet hun ogen helemaal openhouden. Waarschijnlijk staan ze er twaalf uur lang. Het is compleet zinloos en absoluut niet waterdicht. Met camera in de hand moet de lege tas door de scanner. Maar iemand die wat wil kan hier echt zonder problemen langs de scanners komen. Ons lukt het, bij te lange wachttijd zonder problemen. Maar het geeft de bestuurders waarschijnlijk het gevoel dat ze alles gedaan hebben om problemen te voorkomen. Net als op luchthavens in de hele wereld. Het gaat niet om het verhogen van de veiligheid maar om te voorkomen dat iemand de schuld krijgt als er iets gebeurt.
Vorige keer dachten we dat dit er alleen was tijdens de olympische spelen, maar het is er nog steeds, deze overdreven, zinloze beveiliging. Nu staat het plein vol bloemen. Het zijn de resten van de herdenking van de revolutie. Met het oprichten van de communistische staat op 1 oktober 1949 door Mao. Met als gevolg minimaal 40 miljoen slachtoffers. De parade is allang voorbij maar de bloemen zijn er nog. En de controles.
En in Shanghai was het er niet, geen beveiliging maar ook geen restanten van de herdenking.
De laatste luxe als toerist is winkelen
Na het bezoek aan het plein, lopen we door naar de hutongs. Originele oude wijken, laagbouw en kleine straatjes uit de tijd dat er nog geen auto’s waren. Handkarren en riksja’s op klinkers of door het zand was het. Veel restaurants, winkeltjes, fietsen, leuke straatjes om te slenteren. Daarna ook naar het gebied waar men de oude hutongs heeft nagebouwd met dure winkels erin, schoon, ruim en mooi wandelgebied. En voor de laatste keer deze vakantie waarschijnlijk een bezoek aan Starbucks, in de zon op het terras. Heerlijk, goede koffie, lekkere scones, muziek, zo simpel.
Het winkelen is meer kijken naar winkels. Voor veel mensen is er pas luxe als toerist als er veel wordt gekocht. Uiteindelijk is er voor ons maar een aanschaf. Een paar zwarte chopstick met ingelegd zilver en ivoor. Handig om te kunnen oefenen om drie zure pinda’s (zoals we gisteren deden) in een keer te kunnen eten. Daarna sloffen we naar het park van de “Temple off Heaven”. Een groot park, groepje harmonicaspelers, zingende vrouwen, Taichi, en kaart spelende mannen. Op straat, in park, zijn mensen die gewoon dingen doen die wij in besloten omgeving doen. Heerlijk die vrijheid en iedereen kan meedoen. Een sportschool is hier niet nodig.
Deze tempel is mooi, ruim plein op een heuvel, met in het midden een ronde tempel. Brede wandelwegen ernaartoe. Grote toegangspoorten, alles mooi versierd en vooral niet druk. Maar we lopen alweer de hele dag en de voeten beginnen te protesteren. Van 9 uur tot 15 sloffen, en behalve een koffie bij Starbucks niets. En onze “tempel moeheid” begint weer toe te slaan. We strompelen naar de metro. Eindigen in een shopping mall. Vergeten daar onze chopstick en moeten weer teruglopen. Ze staan netjes op de balie waar we ze achterlieten.
De laatste loodjes zijn zwaar
Daarna nog langs de “night market”, eetstalletjes, langs de straat. De meest vreemde selectie van op straat te bereiden voedsel, van kikkerbilletjes tot krab, inktvis, zeesterren en een groot deel onherkenbare producten. Met de ondergaande zon is het eten nog herkenbaar en is het rustig. Straks onder het lampion licht wordt dat anders. Ons strompelen wordt langzaam bijna kruipen zo moe zijn we.
Vlak voor het hotel doen we nog essentiële boodschappen voor de treinreis van morgen. Noodvoorraad zoals snickers, crackers, pinda’s, chips en bananen. Een volledig overlevingspakket. Om 17 uur zijn we het hotel in, zonder voeten. Het was weer zwaar. Te veel willen zien en alles willen lopen. We leren het nooit, een taxi is ook mogelijk.
Vanavond, genieten we van de laatste luxe als toerist met een uitgebreide maaltijd in ons schitterende design hotel, wij komen niet meer buiten. En gaan vroeg proberen te slapen. Morgen wordt een hele lange dag, In ons eigen trein compartiment, naar buiten kijken, langzaam richting Gobiwoestijn. Niet meer lopen, schoenen uit, slippers aan en een snicker eten, wat pinda’s snoepen….
Korte nacht, om vijf uur de wekker, een laatste warme douche in onze geweldige badkamer in The Emperor hotel. Een design hotel, mooi beschilderde muur, enorm groot zwart betegelde badkamer met ruime regendouche, midden in de kamer met glazen wand. De kamers zijn genoemd naar oude keizers, en de deuren beschilderd met moderne portretten van deze keizers. Daarnaast een zeer aardige bediening, een goed restaurant met een roof top bar met uitzicht over de verboden stad. Dit hotel is echt een aanrader, geen grote lelijk onpersoonlijk hotel, klein en leuk.
Eindelijk hoeven we niet te lopend de stad in, maar zal het land langs ons trekken terwijl wij rustig zitten en kijken. Dat is pas echte luxe als toerist.
The Emporer Hotel, Beijing, 17 oktober 2011