Direct na vertrek passeren we een verlaten Himba nederzettingen, leeg en stil. Er staan een aantal lemen hutjes. Wat houten takken zorgen voor de stevigheid van de bouwsels. Niet netjes in cirkels rond een houtvuur zoals ze ons altijd hebben doen geloven. Heel anders als in ze altijd in Suske en Wietske zijn verbeeld, staan ze hier verspreid in de vlakte, met de buren wat verder weg. Maar er is een eenzame man te zien, tussen 20 hutjes verspreid in het gebied. Achterin is ook een met houten takken afgezette stuk rood zand te zien. Nachtplaats voor de kudde.
Gisteren reden we hier ook langs, zonder het te zien. Waarschijnlijk waren we te moe om nog echt te kijken. We zien nu meer. Maar verder is het beeld natuurlijk gelijk omdat we rijden over dezelfde weg. De route is bijna honderd kilometer terug over dezelfde kopjes als gisteren. Uit verveling tellen we ze. We beginnen met een gemiddelde van 2,4 kopje per kilometer. Oftewel iedere vierhonderdtwintig meter een nieuw dieptepunt in de weg. En net zoveel pieken. Zonder haast zakt ons gemiddelde hiernaar onder de veertig kilometer per uur. We kijken naar het land, passeren kuddes en lopende mensen.
Na de splitsing wordt de weg beter, vlakker. Minder kopjes, verder uit elkaar maar wel wat hoger en soms wat steiler. We passeren een zijweg met een bord waarop staat dat deze zijweg, welke niet op de kaart staat leidt naar ‘Gecko mining, under construction’. Verder is er niets, behalve het soms mooie uitzicht en kuddes, met hun herders. Op de weg met honderd beesten. Of zittend langs de kant met de dieren grazend onder de bomen.
En wat kinderen die, vlak naast de school in de pauze, bedelen. Na vier uurtjes missen we de inrit naar de lodge, keren na een paar kilometer en vinden de tweede keer wel de ingang. Een zandpad van vier kilometer brengt ons er. Het is er leeg en stil. Twintig huisjes en vijftien kampeerplekjes. Ver uit elkaar onder prachtige bomen op grasvelden aan de hier brede rivier. Een restaurant, bar, zwembad, kanoverhuur etc. Naast de eigenaar welke toevallig op de receptie aanwezig was is er niemand. De hele lodge blijkt afgehuurd voor het personeel van de mijn. Niemand daarvan is aanwezig, waarom weet de eigenaar ook niet. Maar hij mag ons geen lodge verhuren en alle andere faciliteiten zijn gesloten. We kunnen zelf een plekje voor onze camper kiezen.
Gecko Mining
Namibië heeft veel mineralen in de grond. Meer als 10% van de inkomsten van het land komen uit de mijnbouw. Uranium (nummer 4 leverancier in de wereld), Goud, Diamant, Zink, IJzer maar ook Lithium en Cobalt wordt hier gemijnd. En in 2022 is er ook grond met voldoende mijnbare zogenaamde REE (Rare Earth Elements) gevonden. Dat zijn een aantal elementen welke veel en overal voorkomen in de grond maar in een zo laag aandeel dat ze er niet industrieel uit gehaald kunnen worden. Nu komen deze stoffen vrijwel alleen in een gebied in China zodanig voor dat ze daar gemijnd kunnen worden, hierdoor is China met 95% marktaandeel en dus wereldwijde monopolist van deze elementen. Een deel van deze zijn nodig in batterijen, onmisbaar in de huidige economie of in onze telefoon of auto. En nu zijn ze hier gevonden.
Gecko mining is bezig hier een mijn te bouwen, aarde afgegraven en met vrachtwagens afvoeren naar andere gebieden om te verwerken. Ontbossing, grote graafmachines welke in de aarde wroeten en enorme vrachtwagens op de wegen. Maar ook werkgelegenheid. Als de mijn eenmaal opengaat zal dit het leven hier wel veranderen. Het zal hier niet meer leeg en stil zijn. En deze lodge waarschijnlijk gewoon een dorp voor de leidinggevende in de mijn worden.
Het is nu leeg en stil
We zitten op onze stoeltjes, kijken naar de traag stromende rivier. Die langzaam door oneindig land met heuvels en tropische bossen gaat. Het is stil in het bos. De rivier maakt vrijwel geen geluid. Er is geen rumoer door mensen of verkeer. Vliegtuigen zijn opgelost. Ergens in een hoek van de camping staat een lege tent, verder is er niemand. Het zwembadje is voor onszelf. Ook het personeel laat zich niet zien en de weg is vier kilometer door een bos rijden dus passerende auto’s horen we ook niet.
De stilte is normaal niet bedreigend, achter een muur en hek in een gebied waar bijna niemand woont. En zonder wild achter het hek. De ultieme ontspanning.
Kampeerleven is soms zwaar. Zodra de zon opkomt, rond zes uur, begint de herrie. Er zijn altijd wel andere kampeerders welke vroeg weg gaan, herrie maken. Langer in het bedje liggen is niet mogelijk. Om half zeven sta of zit je al buiten. Soms is er tijd voor een ontbijt, meestal voor een bakje koffie of thee. Maar soms is het direct alles inpakken en na twintig minuten vertrekken. Rijden, kijken en rijden. Na aankomst is het meestal een late lunch. Zoals vandaag maar direct diner komt ook voor. Wat douchen.
Contact met medereizigers en lokale werkers is dan het enige contact. Geen wifi, wat overblijft is een boek lezen, wat handwerk of gewoon om je heen kijken. Er komt dan vanzelf een moment dat de zon ondergaat. Rond een uur of acht. Nog wat naar de zon kijken en dan weer slapen. Lezen in donker met een lampje en dan na een tijdje met de kippen op stok.
En dan is er een donkere, zwarte en stille nacht van een uur of tien. Helemaal alleen in je bedje, luisteren naar alle nachtelijke geluiden, in een tropisch bos. En hier is het helemaal leeg en stil. Zo erg dat er niet meer valt te slapen. Ieder geluid in het bos voelt als een bedreiging. Een echte Halloween film omgeving.
Kunene River Lodge, Swartbooisdrift, 27 maart 2022