Ons diner tafeltje

Namibië, Epupa falls | Lokale kennis

De kokkin, met haar lokale kennis van de ingrediënten, serveert een heerlijk voorgerecht van producten uit de omgeving. Een ondergaande zon welke de harde kleuren van de dag veranderd in zachte steeds rodere tinten. Groene heuvels, paar palmbomen, bosjes op de heuvels en een prachtige baobab boom midden in de waterval. De geluiden van water wat zestig meter naar beneden dondert, overstemt alles. Boven de waterval wolken van opspattende water. Een schitterend decor.

We zitten op het terras van de bar met uitzicht over de waterval. De bar is dicht zodat wij als enige gasten van het restaurant rustig kunnen genieten. Een mooi kleedje op één tafeltje en daar zitten wij. Om te genieten van een volledig heerlijke en simpele drie gangen maaltijd. Niets geen top kok of kookprogramma maar gewoon lokale producten met smaak gemaakt en uitgeserveerd door de kokkin zelf. Geen andere gasten alleen wij. Het vlees is echt vlees. De groenten onbespoten van het land. Alleen hiervoor zou je al naar Namibië willen. Volledig lokaal en gekookt op houtvuur in het kleine keukentje naast het terras.

Een schitterende kampplaats. Maar twaalf plekjes, een zwembad, bar die om acht uur in de avond sluit en dan een restaurant wordt. Nu zelfs een privé diner voor ons als enige gasten, met een tafelkleed en een kaarsje op tafel. Op een van de mooiste plekjes, ver weg van alles. Hier kunnen we morgen rusten, een vier uur durende ochtendwandeling met een gids langs de rivier in de ochtend en de middag, heerlijk niets doen.

Wegafsluiting.

Na de slechte nacht met bewakers rond ons hutje begon de dag chaotisch. Juist op moment dat we de weg oprijden werd het hele dorp afgesloten door de politie. De weg moest verlaten worden, oversteken mocht niet meer. Wat wagens met sirenes passeren. Vragen aan de lokale kennis van de agent waarop we wachten levert niets op, behalve een kwade blik. Verder niets, we wachten een half uur. Zonder waarschuwing gaat iedereen ineens weer rijden.

De rit was ook daarna toch weer zwaar. Een kleine tweehonderd kilometer, maar door de kwaliteit van de weg komt het gemiddelde niet boven de veertig. In de zware regen zijn overal dwars stroompjes ontstaan. Dat zijn nu diepe gaten overdwars in de weg geworden. Riviertjes en stroompjes zijn nu diepe sporen in het zand geworden. Bij echte betonnen rivierovergangen zijn stukken weggeslagen. De stenen liggen er nog wel. Het is vooral niet hard rijden, bij iedere verkleuring of schaduw afremmen. Een goed recent wagenspoor zoeken en er toch niet volledig op kunnen vertrouwen.

In een dorp is de weg ineens gewoon weg. We eindigen op een soort plein, zanderig gebied met wat bomen. Lokale kennis van een paar spelende kinderen wijzen naar een riviertje tussen twee bomen. Zeker vijfhonderd meter rijden we in een rivier, tussen wat bomen zonder te weten hoe diep het is en waar het eindigt. Maar aan het einde een steil klimmetje en we zijn weer op de weg. Het tussen liggende stuk was recent weggeslagen. Het gaat 99.9% keer goed, maar we knallen ook een keer op een rots, diep water en een grote steen net onder het wateroppervlak. Het onderstel blijkt ertegen te kunnen. Maar met een lagere auto of een hogere snelheid was het gewoon het einde geweest.

Lokale kennis, veeteelt zonder stallen

We zien geen enkel wild dier. Uitgehongerd door zeven jaar droogte en nu zo groen dat ze er misschien er welzijn maar we ze niet zien. Het is saai. Er is de weg, de weg en de weg. Nooit een mooi beest langs de kant of in de verte, er is alleen de weg en de bosjes langs de weg. Natuurlijk zijn er prachtige omgevingen, vergezichten die veranderen langzaam. Dit is langzamerhand wel de samenvatting van deze reis aan het worden. Onze wilde dieren score komt niet verder als een Drommedaris (die hier niet voorkomen), een landschildpad (die niet snel genoeg weg kon komen), een paar giraffen en antilopen. Een verloren aap of eekhoorn in de verte.

We passeren wel kuddes. Enorme grote maar ook kleinere. Honderden geweldig mooie runderen. Grote geweien. Mager en de hele dag vrijlopend en grazend. Er is nu gras en water genoeg. Het beste vlees. Ook veel kalveren lopen erbij. Daarnaast enorme groepen geiten. En als herders altijd een paar mannen, soms bijna kinderen, een hond. Een paar ezels. Herders met lokale kennis die de dieren leiden naar gebieden met voldoende gras en water.

Bedelen, tijdverdrijf of noodzaak

En we passeren mensen. Stilzittend naast een hut, of op de weg lopend. Kinderen op weg naar school of naar huis. Vrouwen, op teenslippers, in Himba kleding, met enorme lasten op hun hoofd. Mannen met ontbloot boven lijf en een wandelstok, lopend langs de weg. Afstanden zijn groot en lopen is de enige manier. Er is geen publiek transport en geen fiets of motor. De dag bestaat waarschijnlijk voor een groot deel uit lopen. Op teenslippers langs een gravelweg waar één keer per uur een toerist voorbijraast. Moeten de toeristen hier nu weg of moet er zoveel welvaart komen dat er wel transport mogelijk is. Maar wat moeten ze dan doen met de extra tijd?

Net als gisteren wordt er veel gebedeld. Met de hand naar beneden in een gebaar als kom hier. Of een gebaar naar de mond, honger of dorst. Maar zelfs een groepje kinderen wat nadat we passeren stenen gooien. Niet iedereen maar minstens vijftig procent doet het, met waarschijnlijk geen enkel effect. Doen omdat het zo hoort, een nieuwe manier van groeten. Geen handen schudden of zwaaien lijkt het. Met zoveel vee en voldoende water. Is er hier nu echte armoede of is het een houding. Stenen gooien als je niet stopt en niets geeft, blijft een vreemde manier van bedelen. Wij geven hier, in dit land, op deze manier, helemaal niets.

Planning bijstellen

De volgende afstand is groot, sommige zeggen te groot door de huidige staat van de wegen. Eerst 150 kilometer langs de Kunene rivier, de grens tussen Angola en Namibië, naar Ruacana en dan 275 kilometer over een asfalt weg naar Olifantsrus in Etosha. Sinds er een dam is geplaatste in Ruacana is het een brede niet extreem wilde rivier. Maar met al het regenwater van de afgelopen tijd staat het water hoog. En zijn er volgens de lokale kennis van de bewoners stukken van de weg langs de rivier overstroomt. Onhaalbaar. Meerdere mensen vertellen ons dat de geplande route langs de rivier niet meer mogelijk. Onze auto is te zwaar en de lucht inlaat te laag, zeggen ze. Gisteren is er iemand vast komen te zitten. Te ver en niet mogelijk. We horen de verhalen aan.

Tijdens het heerlijke toetje in ons privé restaurant in de schitterende camping en lodge besluiten we de adviezen op te volgen. We rijden om, het gevaarlijkste deel langs de rivier kunnen we vermijden door 90 kilometer om te rijden. Daardoor wordt de totale reisafstand meer als 500 kilometer en dat is te ver voor een dag. Onze rustdag geven we deels op. Het plan passen we aan. We splitsen de rit in twee dagen. De derde keer deze reis dat we ons schema aanpassen. Dit keer al vooraf op advies van lokale mensen en andere toeristen die deze route gisteren hadden gedaan.

De lokale kok kan goed koken. Adviezen van lokale kenners kunnen we niet in de wind slaan. We lopen naar de Epupa falls, bewonderen het enorme geweld van de natuur. Het water wat zestig meter valt en alles meeneemt. De prachtige natuur met de enorme rode zonsondergang boven de waterval. Toch wint de lokale kennis het van onze wil om te blijven. We zullen de volgende ochtend vertrekken, omrijden en een stop tussenlassen en geen risico nemen.

Epupa falls lodge, 25 maart 2022


Geplaatst

in

door

Tags: