Een vijfsterren locatie, van een lodge met een klein privé zwembadje gisteren in Waterberg, naar een enorme privé kampeerplek. Net als in onze eerste kampeerplaats in Bagatelle staan we bij een huisje met koud/warm water, een douche, keuken en een stukje verder in het bos een privé toilet. En voor de deur een enorme braai en parkeerruimte voor zes campers, alleen voor ons. Totaal zijn er vier van dit soort plekken, de andere drie zijn niet te zien omdat we midden in een bos op een heuvel staan. Een stukje lopen door het bos leidt tot een tien meter zwembadje, uitzicht en een hutje voor Felix, onze “Campsite Managers”. Hij is vierentwintig uur per dag beschikbaar en rijd rond op een Squad. Tweemaal per dag komt hij even kijken of alles goed gaat, zorgt voor voldoende brandhout en maakt schoon.
Identiek aan een vijfsterrenhotel, enorme grote suite met (bijna) privé zwembad en manager. En een vijfsterren locatie, alleen midden in de natuur, zonder buren of ander geluid als van de dieren om ons heen.
De kampeerplek ligt op de helling van een berg, Aan de andere kant van de berg, tien kilometer rijden verder is de receptie waar we onze administratie regelde. Een enorm mooi modern gebouw, ruime zitbanken, uitstekende wifi. Een toeristenwinkel met een restaurant, we drinken er een koffie voordat we naar onze vijfsterren locatie rijden. Verderop liggen er in het park nog een hotel met kamers en lodges. Ook deze liggen verstopt ergens in een ander deel van het bos. We hebben ze niet gezien, te ver. Dit alles is omzoomd met een groot hek, met elektrische bedrading. In dit gebied lopen de kleinere dieren vrij rond.
Rustoord voor roofdieren
Buiten dit gebied is de “danger zone”, een gebied van 200 km – ongeveer net zo groot als de gemeende Amsterdam. Het gebied is eigendom van de “Africat Foundation” wat zich als doel stelt de grote diersoorten in de vrije natuur te beschermen. Er lopen jachtluipaarden, cheeta’s, hyena’s en neushoorns vrij rond. Ze zijn ergens gevangen in Namibië, niet afgeschoten maar hiernaartoe overgeplaatst. Met als doel om ze weer terug te plaatsen. Door educatie proberen ze de bevolking van Namibië te leren deze dieren te accepteren. Eigenlijk identiek aan het wolven probleem in Nederland. Alleen kunnen deze dieren veel meer stuk maken en zijn er ook veel meer als die paar wolven in Nederland. Boeren in Namibië hebben last van deze roofdieren, ze vallen het vee aan en dan niet alleen de schapen. En er is geen vergoeding als het vee wordt aangevallen door een roofdier. Toch komen ze hier in het wild voort.
Bewoners krijgen les over de dieren zodat ze er respect voor hebben en leren hoe ze er mee moeten samenleven. Dieren welke worden gevangen zijn bereiden ze weer voor op hun vrijlating, laten ze wennen aan het hek. En dat doen ze in deze “danger zone”, ze lopen vrij rond, moeten voor hun eigen eten zorgen en worden uiteindelijk weer vrijgelaten. En dit gebied is groot, bijna een derde van Etosha. Van het buitenhek naar het binnen hek is zeker twintig kilometer rijden. Een aanpak waar Nederland nog veel van kan leren.
Kampvuur met toeschouwers
En we passeren, als welkomstgroet ook zomaar drie neushoorns langs de weg. Ze grazen met geweld en schuren met hun dikke huid tegen een paar rotsblokken. Het lijkt of ook neushoorns jeuk hebben. We kunnen ze bijna zien genieten als ze hun buik over de steen wrijven. Door de achterpoten gezakt en het volle gewicht erop. Een soort knorrend geluid van genot. We kijken rustig toe naar dit prehistorische dier met zijn normale hedendaagse gedrag. Of is het andersom en doen wij gewoon prehistorische dingen als we ons krabben.
Bij vertrek uit Waterberg zat er een aap met zijn baby op een rots vlak voor ons. De moeder vlooide het diertje. Tilde zijn pootje op, maakte zijn voetjes schoon. Ook dat doen we nog steeds, dus hebben we misschien helemaal nog niet zoveel geleerd.
Wij zitten opgesloten, in onze suite in deze vijfsterren locatie met allemaal roofdieren om ons heen. De barbeque wordt vroeg opgestookt met hout, zodat het vuur gedoofd is en verkoold is als het vlees en de aardappelen erop gaat. Na het eten steken we vuurplaats op, grote vlammen midden op ons plekje. We staren naar het kampvuur, de bomen om ons heen zijn donker muren. We horen geritsel. Een familie Dik-Dik (kleine antilope soort) komt eruit en kijkt naar ons. Even later loopt een Genet (kleine katachtige) over ons terrein. Hij verstopt zich onder onze camper om gewoon even naar ons kijken.
Mooier als dit kan het niet worden.
Africat Foundation, 3 april 2022