Op weg naar Nizwa passeren we Wadi Bani Khalid met kale bergen met dadelpalmen in het dal. Het is een stuk rijden vanaf de weg maar ook wel echt apart. Zoveel water tussen de kale bergen.
We verlaten om tien uur de woestijn op weg naar een dal in de kale bergen met dadelpalmen en een zwempool. Drie 4WD wagens achter elkaar terug naar de bewoonde wereld. Gelukkig zitten we in de voorste zodat we niet het opstuivende zand binnen krijgen. En natuurlijk is het weer het gebruik om zo hard als mogelijk over het zand te scheuren. Maar tussen het machogedrag geeft de chauffeur inzicht in zijn leven. In de ochtend opstaan. Zijn kamelen verzorgen en naar buiten de woestijn in sturen. De kleine kudde zoekt hun eten zelf bij elkaar. Daarna koffiedrinken bij zijn moeder, die heeft wat geiten om voor te zorgen. Daarna wat klanten rijden door de woestijn, koffiedrinken met zijn vrienden.
Gewoon een zeer relaxed leven in een klein plaatsje aan de rand van de woestijn. Geen geklaag, niet over het weer, belastingen, stikstof crisis. Voldoende water via het irrigatiesysteem en voldoende eten voor zijn kleine kudde. Geen behoefte aan grote stallen of veel koeien of hoge schulden bij banken. Hij maakt indruk en lijkt gewoon blij te zijn met zijn leven. De vrijheid, koffie met zijn vrienden. Dit lijkt geen toneel te zijn.
Een brede snelweg door de voorruit
We rijden over een nieuwe zes banen brede snelweg door een maanlandschap. Gebouwd op de toekomst want we zijn vrijwel de enige gebruiker. Links de woestijn, gele heuvels op afstand. Rechts de bergen op afstand. Ertussen stenen grond met bosjes, hier en daar een huis of een klein plaatsje. De huizen staan altijd in lelijke straten, asfalt met daarnaast stenen. In onze ogen onaf, geen voetpad, geen parkeervakken. Iedereen gooit zijn auto gewoon neer op de stenen grens. Winkels zijn er bijna niet in de dorpjes, geen restaurants of koffierooms. De straten zijn leeg.
Ieder huis is omringd met een muur, volledig dicht met een dichte stalen deur. De meeste woningen zijn twee verdiepingen zodat de bovenste verdieping boven de muur uitsteekt. Kleine ramen met tralies ervoor en een gordijn erachter is alles wat we zien. Het lijkt een soort gevangenis, straten met kleine gevangenissen, schots en scheef naast elkaar. Het enige verschil is de kleur, grijs, geel of soms wat gewaagder. Architectuur of bestemmingsplannen bestaan niet.
Maar we kunnen niet naar binnen kijken, we vermoeden mooie tapijten, kleurrijke kussens, mooie attributen. Net als in ons hutje in de woestijn.
De afslag naar de palmbomen en zwembad
Van de snelweg rijden we een stuk naar de kale bergen met dadelpalmen in. Een ruime kloof tussen bergen. In het midden een Wadi of beek met zelfs een echte poel om in te zwemmen. En omdat het water verdeeld wordt is de kloof ook groen. Midden in de kale bergen staan overal dadelbomen, groene tuinen achter de muren. Een bougainvilles, vol met rode bloemen over de rand. Busladingen met toeristen komen om te zwemmen, de Omani zitten aan de kant en kijken toe.
We gaan terug naar de snelweg, cruise control op 90 km/uur, terwijl we 120 km/uur mogen, geen verkeer om ons heen en hetzelfde maanlandschap glijdt weer langs. Daarna een stuk door de bergen naar ons hotel. Een luxe kamer, een zwembad met ligstoelen. En in de avond een buffet met Indiase gerechten. En ons eerste biertje en witte wijntje deze vakantie. Voor het eerst, achter een dikke muur, in een mooie tuin, proeven we, de door de islam in dit land, verboden vruchten. Het smaakt goed op een terras, ook al is tien euro voor een glas huiswijn, of vijftig euro voor een fles Chardonnay wel wat veel.
Onze gids in de woestijn had dit niet nodig. Geen vaste baan, een beetje klussen, wat beesten en familie en vrienden. Geen uiterlijk vertoon, alles achter dikke muren. Iedereen in een witte Dishdasha en slippers. En misschien af en toe een bezoek aan de kale bergen met de dadelbomen in plaats van de woestijn om bij te komen.
Oman, 20 Februari 2020