De Chinese ochtendkrant vond dat Oost versus West vooral moest gaan over meer Oost. De krant hing netjes in een tasje aan de deur van onze hotelkamer en begon deze ochtend met een artikel in de “China daily”. Het hoofdartikel op de eerste pagina ging over de invloed van westerse architecten op de skyline van China. Grote foto op de voorpagina van het hoofdkantoor van CCTV (staatstelevisie maatschappij van China) ontworpen door de Nederlandse architect Rem Koolhaas. Binnenin, bij het artikel een foto van het national centrum for performance art (opera en theater van Beijing). Strekking van verhaal was dat er te vaak prestigeobjecten worden uitbesteed aan buitenlandse architecten, waardoor er nooit grote, bekende Chinese architecten zullen komen. Ook ontbraken de traditionele Chinese elementen, zoals Chinese kaligrafie, in de gebouwen, vond de schrijver.
En wij hebben beide gebouwen vandaag, op onze eerste dag Beijing juist op ons schema staan om te bezoeken. We zijn een beetje (Boudha) “tempel moe” geworden in Shanghai en willen wel weer eens wat moderns zien.
Westerse architectuur
Ons eerste bezoek is het CCTV-gebouw, in de volksmond “The giant underwear” genoemd. Het bezoek was nogal teleurstellend. Het gebied was compleet omheind met een tien meter hoge muur omdat er nog aan gebouwd wordt. Drie jaar geleden voor de opening was er een grote brand uitgebroken, we hadden verwacht dat ondertussen het gebouw allang in gebruik was. Maar dat was niet zo. Zicht erop is slecht door de hoge omheining. Dus een echte mening over dit “Nederlandse gebouw” is ook niet echt te geven. Maar van afstand is het minimaal memorabel, anders als alle recht toe omhoog flatgebouwen. Apart, maar of het mooi is valt niet te zeggen. En als we het gebouw afzetten tegen de Oost versus West discussie dan is duidelijke dat Rem Koolhaas zich niet heeft laten beïnvloeden door oosterse invloeden.
Daarna willen we toch nog een bezoek brengen aan een park, met natuurlijk weer een paar (Boudha) tempeltjes en een meer met bootjes. De kortste route blijkt geblokt te zijn door een hoop politie. Het blijkt dat Poetin (president van Rusland) op bezoek is, dus moeten we een groot stuk omlopen. Het park is aardig, rustig, maar het gevoel van te veel hetzelfde komt toch weer een terug. Maar het is relaxt en ontspannend.
Oosters genieten
Na ons uitstapje tussen de oude en de nieuwe architectuur gaan we weer terug in de tijd, dit keer onze eigen vorige verblijf in Beijing uit 2008 tijdens de olympische spelen. We moesten toen voor het eerst echt met stokjes eten, daar is was namelijk geen ontkomen aan. In andere Aziatische landen is een lepel, vork en mes vaak al redelijk standaard, en altijd te krijgen. Maar toen in China was het er gewoon niet. Een van onze eerste restaurant ervaring was toen in een restaurant vlak bij het plein van de hemelse vrede. We bestelde toen per ongeluk “fried peanuts in vinegar” – oftewel “zure pinda’s”.
Een voorgerechtje waarbij gebakken pinda’s in een zure ketjap saus liggen. Het was lekker, maar gladde pinda’s eten met stokjes was toen nog een stapje te ver, een groot deel schoot weg, belande op de grond of naast de mond. Dus proberen we nu hetzelfde. Het restaurant was er nog, het recept stond nog op het menu en de stokjes waren er ook nog. Nu ging het een stuk beter, zelfs twee gladde pinda’s tegelijk lukte zonder problemen. Er is dus toch nog voortgang. Wij hebben het eten met stokjes geleerd, oost en west betekend dat wij ons hier aanpassen aan de oosterse gebruiken.
Na dit heerlijke eten en het stapje naar memory lane in dit restaurant lopen we naar het National centrum for performance art – in de volksmond ” The alien egg” en dat klopt aardig. Franse architect, groot half ei midden in een kunstmatig meer midden in de stad. De ingang is een brug onder het water met glas aan de bovenkant. We hadden via internet van tevoren kaartjes besteld, geld overgemaakt naar een Chinese bank en die kaartjes lagen gewoon te wachten in ons hotel toen we incheckte, gewoon, alsof dit soort dingen niet fout kunnen gaan. Het optreden is ook Westers, een modern ballet uit Zwitserland. Geen traditionele Chinese masker opera maar gewoon modern ballet. Van binnen een geweldig gebouw, schitterende zaal van 2.200 stoelen en toch relatief klein, maar de foyer en ingang zijn echt schitterend.
Westers ballet met Oosterse toeschouwers
Het eerste deel van ballet was matig (een soort moderne volksdans) maar na de pauze twee geweldige stukken. Alleen weet het publiek niet hoe het zich moet gedragen. Er wordt continue gekletst, en zelfs erger. Zoals uitgebreid gerochelde, of gewoon geslapen. En ondanks dat het nadrukkelijk verboden is wordt er toch met telefoontjes gefotografeerd, of gebeld. Op tijd komen is al helemaal niet nodig. In het artikel in de ochtendkrant stond dat de Chinezen architecten wel kunnen leren van de buitenlanders. Maar de chinezen moeten wel de boventoon voeren in de gebouwen in eigen land. Maar je zou andersom ook kunnen zeggen dat ze hier nog een hoop kunnen leren over hun eigen gedrag. En dat het westerse gedrag misschien wel leidend moet zijn. Het is echt een belediging voor de artiesten zoals het publiek zich hier gedraagt.
De chaos op straat in het verkeer is alleen maar een symptoom, zelfs de “upper class” welke naar dit soort performances gaat heeft lak aan regels, East meets west, en beide kunnen nog een hoop leren. Maar dat het Oost versus West ook wat kan leren van het westen dat zal hier niet in de (staats gecensureerde) kranten staan.
The Emporer hotel, China, Beijing, 17 oktober 2011