Al Rustaq | De gevaarlijkste weg

Het programma ‘de gevaarlijkste weg’ kan zo hier opgenomen worden. Net als in deze show begint het rustig met een beetje cultuur en asfalt. Wij gaan eerst langs de Hootah gaves, ondergrondse grotten. Twee miljoen jaar geleden ontstaan, net als het gebergte hier. Water wat door het gebergte sijpelt, eindigt op een harde ondergrond. En daar zijn ondergrondse meren tot twee kilometer lengte ontstaan. Blinde vissen in een meer zonder licht. Nu bereikbaar met een treintje. Het complex is verlaten, restaurant dicht, winkel gesloten en het treintje is kapot. De wandeling met een gids begint pas een uur later. Dit wordt te laat voor ons, we hebben nog een eind te gaan dus bekijken we alleen het museum en vertrekken weer.

Tussen ons en het volgende hotel ligt alleen maar het Hadjargebergte, een vrijwel onbewoond gebied met hoge bergen. De directe weg is alleen te doen met een 4WD. En wordt afgeraden.

Er zijn drie routes. De weg terug naar Nizwa, dan de snelweg naar Muscat en weer terug tachtig kilometer naar het noorden. Zuid langs het gebergte, bijna 300 kilometer en volledig snelweg. Of via een normale doorgang wat verder naar het noorden. Hoofdzakelijk lokale twee baanwegen. Op de kaart aangegeven als een mooie route, dorpjes en rotondes, voor 250 kilometer. Beide routes geeft een rijdtijd van drie en een half uur. Aankomst rond vijf uur.

We kiezen de gevaarlijkste weg

Het derde alternatief is gewoon dwars over en door de bergen. Dit is maar tachtig kilometer maar ook een geschatte rijtijd van drie en een half uur. En dat komt omdat het eigenlijk geen weg is. Er is geen asfalt, eigenlijk is er gewoon geen weg. Het pad is alleen toegankelijk voor 4WD als het niet geregend heeft. Reistijd is in de drie oplossingen hetzelfde, risico niet. En als het niet lukt en we moeten terug dan gaat het laat worden.

We rijden op een mooie asfaltweg richting de bergen. Wel wat steile stukjes maar een ruime weg en alleen. Boven eindigt het asfalt en begint een pad door de bergen. Smal, bochtig aan de ene kant de berg, met uitstekende rotspunten en aan de andere kant de diepte. En op de weg afwisselend rotsen, losliggend zand of grof gruis en grint. Het kronkelt naar beneden, en weer omhoog en weer. Geen stuk vlak of recht. Onderweg ook nog een paar tegenliggers.

Op hoogte is het kaal, kaal en kaal. Rotsen en stenen, verder niets. Beneden wat groen. Het is hard werken. Het steilste stuk haalt volgens internet zesentwintig procent. En dat niet een keer maar meerdere keren. Soms omhoog maar ook omlaag. Zelfs met vol op de remmen glijden we nog door. En omhoog is het hopen dat de motor, wielen en versnelling ons naar boven krijgt. Op het hoogste punt is de weg vooruit niet te zien. We zien alleen de motorkap welke de lucht in wijst. Pas op het laatste moment komt die naar beneden en is te zien of de weg recht doorgaat, een tegenligger is of geen weg meer is.

De route van gevaarlijkste weg is onbekend

Onze Garmin wou dit gebied ook niet in. Als we de plaats aan de andere kant van de bergen intoetsen horen we alleen maar dat we moeten omdraaien. En op de kaart staat wel een weg maar er zijn er veel meer welke niet op de kaart staan. Er komen wat kruisingen, zelfs splitsingen bij een paar huizen. Een paar richtingsborden die we niet kunnen lezen door de Arabische tekens. Ook al hadden we ze wel kunnen lezen dan nog hadden we er niets aan. Want ze staan niet op de kaart welke wij bij ons hebben. Totaal zonder richting anders als de zon schuinvoorruit en dit pad lijkt de meest gereden route is er niets. Het richtinggevoel moet ons redden. Heel af en toe een tegenligger. Zodat we weten dat het in ieder geval een weg is welke ergens vandaan komt.

Halverwege passeren we het enige plaatsje wat wel op de kaart staat. Een paar huisjes, wat bomen. En een strak groen voetbalveld, volledig vlak. Ongelooflijk dat ze hier zelfs een vlak stukje kunnen vinden. En waarom een voetbalveld. Hoeveel jongeren zouden hier wonen en willen voetballen.

Passeren op de gevaarlijkste weg is onmogelijk

We komen een tegenligger tegen. Wij klimmend, met gierende motor in de kleinste versnelling, op steil, bochtig en smal rots pad. Rechts de diepte en links de steile muur. Vlak voor de top, waar je niet overheen kan kijken. En dan ineens is hij er, de tegenligger. Driehonderd meter achteruit naar een breder stukje. Stapvoets. Bij het passeren met tien centimeter speling, raampje open. Hij vraagt of dit weg is naar Rastaq. Volgens ons rijden wij in die richting. Dus exact de andere kant op. We laten de man met zijn vrouw in twijfel achter en zeggen dat er een stuk verder nog een wagen stond, dat hij het daar maar moest vragen. Maar onze twijfel neemt nu ook toe. Dus proberen we de Garmin, die vindt nu wel een weg. Nog twintig kilometer te gaan zonder weg op het schermpje. Het wordt wat minder steil maar het blijft hard werken. Bij tien kilometer stopt de weg. Aan de oever bij een riviertje. Het riviertje verdwijnt in een smalle kloof. Hoge wanden waar het riviertje zich door heen werkt. Niet diep, halfdroog met stenen en deels water.

Terug is geen optie, we rijden het riviertje in. Keren is onmogelijk zo smal is het. En hoe diep het water staat is ook niet te zien. Een paar kilometer lang, daarna wordt het eindelijk breder. Er komt zelfs weer een stenen weg. Uiteindelijk blijkt dit de “Snake Canyon road’ te zijn. En zelfs komen we uit op een asfalt weg. De Garmin wil linksaf wij gaan rechtsaf en rijden naar Rastaq, zoals bedoeld.

Drie uur rijden over vijftig kilometer, bezwete handen. Nergens gestopt, geen foto gemaakt. De mooiste “off the road” ervaring ooit. Richtingloos over een bergkam, op een grint pad, als een berggeit met wielen. Fietsers welke duizend kilometer fietsen en alles zelf moeten doen onderweg zijn gek. Maar ervaren snelwegrijders, zonder gids, goede kaart of werkende routeplanner zijn wellicht ook niet helemaal slim.

Het eerste biertje (van twaalf euro) en glas witte wijn (zelfde prijs) smaakte als de beste champagne (ook al is die wat goedkoper).

24 Februari 2020


Geplaatst

in

door