Tete jaun: truckersleven

Eenzaam wakker worden

Het is drie graden, zes uur in de ochtend als ik naar buiten stap. Vanuit de Camper op een lege parkeerplek, bij een lege lodge, naast een prachtig meer. Rechts staart een Moose mij aan. Tien meter verder staat zijn puppy Moose (of baby Moose). Hij draait zich om en loopt het pad verder op richting de bossen. Ik staar hem verstijft na. Langzaam dringt de kou, net nog onder mijn dekbed, door in mijn botten. Strak blauwe hemel, langs het meer maar ook enorm koud. Snel weer terug naar ons hutje, met dakraam wijd open, en wel acht graden. Dit is geen wakker worden, bekeken worden door een prachtig beest, zonder camera in de kou.

De tweede poging een uurtje later is niet veel beter al voelen de zonnestralen nu wel warmer. We doen de grote verdwijntruc, geen gebakken eieren met spek maar een kale boterham met pindakaas en een bakje koffie/thee. Snel de procedure van vertrek, losse spullen opbergen, in de koelkast alles vast zetten, de deurtjes echt goed in het slot drukken en de luiken dicht. Buiten de elektriciteit en water afkoppelen, slangen opbergen. Daarna controle van alle luikjes aan de buitenkant, het trapje opklappen en vastzetten. De motor starten, de koppeling van Parkeerstand in de Drive stand, de handrem los en gasgeven. En niet vergeten de kachel in de wagen op drieentwintig graden. Een twintig minuten tussen het opstaan en het wegrijden.

Het plan vandaag is kilometers maken. Er zijn nog viertienhonderd kilometers en zeven dagen. Dus is de keuze simpel, iedere dag twee honderd kilometer. Of een rustdag onderweg en zes reisdagen, of twee rustdagen met vijf reisdagen. Bij de laatste zijn de reisdagen gemiddeld tweehondertachtig kilometer, of inclusief lunch, winkelen en wat wegopbrekingen wel vijf uur rijden. Een dillema en dus tijd voor een compromis. Snel naar het zuiden, naar de warmte. Dus vandaag bijna vijfhonderd kilometer. Dan ziet bovenstaande probleem er heel anders uit, en is het waarschijnlijk ook tien graden warmer.

De weg en de ronkende motor

Na een stuk secundaire gravelweg draaien we Yellowhead highway weer op. We voeren de snelheid op tot het maximaal toegestane plus tien procent. De wegen zijn leeg, de omgeving wordt heuvelachtig. De continue bossen verdwijnen en er ontstaan landerijen. Afgewisseld met bossen is er ook mooi wijds uitzicht. Er passeren wat meren, dorpjes. Ontspannen met de cruise control aan rijden we vrijwel alleen en maken echt voortgang. Af en toe iemand welke ons inhaalt, en nog veel minder vaak iemand wie wij inhalen. Halverwege kopen we een brood in een supermarkt, gooien de tank vol en gaan verder. Dit is het echte truckersleven. Country muziek uit de radio, een hand licht aan het stuur, voeten tegen het dashboard en kilometers maken. Qou Vadis, Scania Vabis – een maand geleden zongen we het nog in Haarlem, bij Freek de Jonge.

Je komt nooit thuis, weet uit ervaring beter
Voor je de toekomst, achter je wat was
Scania Vabis, mijn mascotte
Handen aan het stuurwiel
Rechtervoet op het gas

Net toen we optimistisch werden moesten we stoppen, werkzaamheden op de weg. Een half uur stilstaan om daarna achter een “Pilot wagen” over een baan langs een asfalteermachine te rijden. Vooraan in de rij een echte vrachtwagen, een Mack. Ronkende motor met de chauffeur achter zijn stuur. Daarachter de echte “Harley Davidson” rijder, leren jack met een embleem op zijn jack, leren broek over zijn spijkerbroek waarbij zijn kruis en kont vrij zijn. Grijs haar, donkere bril, agressief rondstappend en bellend. Een man op zoek naar zijn ego.

Na de onderbreking benaderen we de rockies, aan beide zijde hoge bergen en alleen maar bomen, bomen en bomen. Op de hoogste pieken ligt wat sneeuw, wat lager ontstaan wat mistflarden.

Een rivier, restaurant en rust

We draaien de Yellowowhead af. Deze snelweg is totaal 2.800 kilometer lang en gaat door de rockies, via Jasper verder naar Winnipeg, wij buigen af naar het zuiden. Wij volgen niet de standaard route de bergen in naar Jasper. Om dan via de Icefield Parkway door te rijden naar Banff. Een mooie bergweg, door skigebieden met meren en bergen. Het zou kunnen, maar dan worden we echte truckers, te veel kilometers. We nemen niet de begaande paden, wij nemen een dag rust.

De national snelweg welke we verlaten is genaamd naar een handelaar en ontdekkingsreiziger uit de negentiende eeuw, welke deze route heeft ontdekt, inclusief de passage naar Jasper. Zijn bijnaam was Tete Jaun (vertaald betekend dit “geel hoofd”, een blanke fransman tussen de new nations volkeren) en precies in dit plaatsje en na duizend kilometer op deze weg stoppen we voor vandaag. En voor een hele dag daarna, niets anders als de bergen, bomen en de rivier om naar te kijken.

Prachtig gelegen aan de Fraser rivier zitten we aan een echt restaurant. De eerste keer sinds vertrek uit Vancouver meer als twee weken geleden. Aan een tafeltje tussen andere truckers met campers. Koud bier en wijn welke uitgeserveerd worden. Met heerlijke steak en zalm, bij een zacht ondergaand zonnetje, denken we terug aan de afgelegde kilometers, met een rustdag in vooruitzicht.

27 augustus 2019


Geplaatst

in

door

Tags: