Door de droogte de afgelopen zeven jaar zijn er veel minder dieren op het land te zien. Maar de zeeleeuwen zwemmen in de oceaan en hebben daar geen last van. Zestigduizend zwemmen er hier, vlakbij de haven van Walvisbaai. En die rusten daarna op een twee kilometer lang strand. In grote groepen liggen ze te slapen, spelen of zijn hun rug in het zand aan het schuren. Grote mannetjes, volwassen vrouwtjes maar ook een groot aantallen speelse puppy’s. Een paar maanden oud. Ze dartelen over elkaar in het zand of zwemmen in de zee. Nieuwsgierig komen ze kijken naar onze grote tweepersoons oranje kano. Ze zwemmen in onze richting en duiken vlak voor of naast ons onderwater om aan de andere kant weer omhoog te schieten. Of ze komen vlak naast ons boven en spatten ons nat met hun flippers. En ze maken geluid, schreeuwen of beter blaffen.
We varen langs het strand, van groep naar groep, tot het einde van het schiereiland. Het is genieten, zoveel zeeleeuwen die om ons heen zwemmen of op het strand liggen. Zo dichtbij, zulke mooie beesten helemaal in hun habitat. Zoals ze hier al duizend jaar zijn. En daarnaast wat grote pelikanen die om zich heen kijken.
Het schiereiland is honderd meter breed. Aan de andere kant is Zuid-Atlantische oceaan. Met hier, in de skeleton coast, een van de beste surf stranden van de wereld. De golven en deining hebben een richting deels parallel aan de kust en breken daardoor vlak voor de kust in een zeer lange drie metershoge golf met een lengte van een paar honderd meter. In het seizoen (april tot november), als er genoeg wind en deining is. Nu is het een mager golfje, waar een paar zeehonden in spelen.
Toeristen boten, dolfinarium op zee.
Aan het einde van het eiland varen we de oceaan op. Voor ons varen een paar toeristen catamarans en jachten, zeewaardig met grote motoren, vol met toeristen op het dek. Ze zijn op zoek naar dolfijnen of nog liever walvissen. Totaal vijf boten varen er. Als er een beweegt in een bepaalde richting volgen de anderen. Een gezamenlijke zoektocht om de toerist te belonen. Of gunnen ze de anderen niet het succes. Op de kleinste boot zitten tien gasten, de grootste heeft er wel dertig. Iedereen in grote spanning en op zoek naar een toevallig passerende walvis of een groep dolfijnen. Ze staan allemaal aan dek met hun camera’s en verrekijkers en turen de omgeving af. De schippers klaar om met vol vermogen naar een gespotte vin te varen.
We zien een paar vinnen boven water komen achter een van de boten. Dus peddelen we ook in die richting. Zelfs met deze grote, brede kano’s – wij zouden ze vroeger bloembakken noemen – zijn we toch wel een beetje nietig op dit grote water. Als we in buurt komen zijn de dolfijnen allang weer vertrokken. We hebben vinnen gezien op een paar honderd meter. Net als een leeuw op een paar honderd meter tijdens een safari. Het was een zwarte vin, de gids vertelde welke dolfijn soort het was. Wij geloven hem. Een klein zwart stukje in de blauwe zee. En de schepen liggen nu allemaal dicht bij de plek waar die vinnen het laatst te zien waren. Wij sluiten aan in de rij, maar zijn dan wel al vijfhonderd meter van de kust.
Pelikanen zwemmen ook in de oceaan
Een pelikaan zweeft een meter boven het water. Rijst vlak voor een boot omhoog en land zeer onhandig op de motor aan de achterkant. Het fraaie vliegen eindigt als een olifant welke op een poot gaat staan. Een wankel evenwicht van de grote vogel met zijn enorme snavel en de gigantische spanbreedte van zijn vleugels op zijn kleine poten. De gasten springen naar achteren. De vogel blijft dreigend zitten totdat de scheepsjongen hem een paar visjes voert.
Een fotomoment wat in een dolfinarium niet zou misstaan. Bij het einde van de foto shoot gooit hij wat voer in het water, vlak voor ons. Met een mooie duikvlucht, vier meter voor onze kano, pakt de pelikaan zijn buit om naar de volgende boot te vliegen. Het opstijgen uit het water lijkt op een Antonov vliegtuig wat opstijgt. Zelfs hier laten de vogels zich verleiden door de toeristenindustrie. Vanuit onze kano, vlak voor ons was het een mooi gezicht.
Wij keren om, peddelen terug langs de zeehonden. Ze spelen weer met ons. Gaan met hun neus naar de grond, flippers boven water. En als we langsvaren draaien ze zich abrupt om en worden we nat van het geweld. Of een groepje voor de boot. We varen eropaf. Verwachten, of liever hopen dat ze weggaan. Op het laatste moment remmen we de zware kano en spuiten ze toch uit elkaar. Misschien is het geen blaffen, maar gewoon uitlachen wat ze doen.
Wij zwemmen niet in de oceaan
Na twee uur, en zes kilometer kanoën stappen we uit. Gelukkig droog en zonder te zwemmen in dit koude water. Eten een paar broodjes op het strand en rijden terug. Langs de pelikanen, reigers, zwarte hyena’s en de flamingo’s. En door de enorme lelijke zoutfabriek naar het startpunt van de tocht. Daar staat onze shuttlebus van Walvisbaai terug naar Swakopmund. Om zeven uur opgestaan en om twee uur weer bij onze B&B. Vermoeid. Tijd voor een rustige middag, alleen verstoord om nog wat gympies te kopen en verder niets.
Door de droogte de afgelopen jaren zijn er veel landdieren verhongert. En dat is te zien, acht jaar geleden zagen we ze veel meer, in de natuurparken maar ook overal. Nu vrijwel nergens. Maar de zeedieren zijn er nog, in grote getallen – en ze zijn nog net zo speels. Ze zwemmen in de oceaan, zoals ze altijd hebben gedaan.
Er is nog hoop.
Cornerstone B&B, 19 maart 2022