We dwalen, zoals het hoort, twee dagen door de stad. Langs bezienswaardigheden maar ook gewoon zonder doel. We proberen de stad te begrijpen.
De eerste dag sloffen we langs de noordzijde van de stad. Over een brede wandel en fiets boulevard langs de baai richting de stad. Een rustige wandeling, frisse gezonde zeelucht, met uitzicht over de brede baai. Aan de overkant de haven met bulkschepen, een scheepswerf, hoge woontorens en daarachter bergen. Na een jachthaven is er een luchthaven in het water. Een tiental watervliegtuigen aan een pier met een complete vertrekterminal aan de wal. Over het water vliegen ze continue aan en af, landend en stijgend in de baai, gevuld met passagiers. Een mooi gezicht, de watervliegtuigjes, ronkende propellers als de drijvers uit het water komen of erop vallen.
Toeristengebied
Een twintig meter hoge vallende waterdruppel die net de grond raakt staat langs de route. Een man verteld ons dat vele regendruppels de oceaan vullen, een ware gedachte. Een groot conventie centrum, een passagiersterminal met een cruiseschip erlangs en een bioscoop volgen. Daarna de oudste wijk van Vancouver, ontstaan uit een saloon opgericht door een zeeman rond 1880. Met als grootste attractie een klok welke werkt op een stoommachine. Nu is het vooral een hippe wijk, dure designers winkels, restaurants maar ook art galeries, waar we zeer fraaie kunst gebaseerd op “Inuit” en andere oude volkeren zien. De stroom toeristen is hier aangedikt tot een optocht.
De andere kant
Vanuit de oudste wijk volgt Chinatown, met een kleine Chinese tuin. De huizen zijn verlopen, krotten. Op de straat zitten overal zwervers, alcohol, drugverslaafd of geestelijk gestoord. Een parkje wordt schoongespoten waardoor de zwervers moeten verplaatsen naar een volgende steeg. Opvangcentra en verkrotte huizen, op straat zittende bedelaars, boodschappenkarretjes volgeladen met kleding vastgeketend aan een lantaarnpaal. Het lijkt op de zeedijk in Amsterdam uit de jaren tachtig of op een gemiddelde Amerikaanse politiefilm in een drugsgebied. Als toerist zijn we ‘Completely lost’, wat is nu de werkelijkheid. Zijn we op de verkeerde plek of zijn we verkeerd voorgelicht.
Een controle op internet levert dat er in Vancouver 60 drugs gerelateerde doden per jaar zijn op 100.000 inwoners. In Nederland is dat 2,5. En zelfs de ergste Amerikaanse drugssteden komen niet boven de vijftig. Op Wikipedia noemen ze dit gebied de “four blocks of hell” en wij lopen er per ongeluk zomaar door heen. Het beeld van de frisse stad, land waar cannabis legaal is, verbleekt.
Completely lost
We lopen terug. Een kilometer verder zitten we tussen de winkels van de duurste merken van de wereld. Met een Art Galerie en eten we een late lunch in een goed restaurant. In de toeristen folders over de stad komt dit niet voor. We zijn aan het einde van de eerste dag de weg kwijt. Het dwalen wordt verdwalen tussen de reclame folder en de werkelijkheid. Hierin zijn we ‘completely lost’ in.
Vancouver, 16 augustus 2019