Na de eerste cultuurschok bij aankomst in Swakupmond en na een ochtendwandeling en heerlijke middagrust gaan we voor het echte werk. Dineren in “The Tug”. Een restaurant gebouwd rond de opbouw, van de oude “Danie Hugo”, een sleepboot. Gebouwd in 1958 in Glasgow, olie gestookte stoom aandrijving. Tot begin jaren tachtig dienstgedaan in de baai van Kaapstad. Daarna nog een paar jaar in Walvisbaai maar uiteindelijk in 1985 uit dienst genomen. De brug en een deel van de opbouw is hier op het strand gezet en ingericht als restaurant. We kleden ons stijlvol, overhemd en schoenen. Zelfs wat make-up. Bij binnenkomst zitten we op het terras, aan de achterkant van de brug te kijken naar de ondergaande zon om daarna, als de wind van de zee het hier sterk laten afkoelen, te verhuizen naar de brug. Betimmering en ramen nog helemaal zoals het bijna zestig jaar geleden gebouwd is.
Het is alsof ik op weer op de brug van de ‘Straat Honshu’ (gebouwd in 1959, mijn eerste schip) sta. Dezelfde stijl betimmering met vensters die weg kunnen zakken, achter het de lambrisering, om ze open te zetten. Zelfs dezelfde waterleiding met afsluiter voor de ramen om ze schoon te spoelen van het zilte water tijdens het varen. Er is zelfs een kans dat deze sleepboot ons ook geholpen heeft. De eerste reis, in 1980, ben ik drie keer in Kaapstad geweest. Wellicht heeft deze havensleepboot ons tegen de kaai gedrukt.
Natuurlijk is de sleepboot wel kleiner als een schip. Op de brug passen exact drie tafeltjes. Naast ons een zit een groepje luidruchtige Chinezen en een gezinnetje waardoor het heerlijk rumoerig is. Geweldige bediening en eten. Verse vis curry, heerlijke Calamari’s, grote garnalen perfect klaar gemaakt., grote porties. Met het uitzicht en enorme nostalgie gevoel zitten we op de brug en drinken een heerlijke wijn bij een boven de zee ondergaande zon. Na de woestijn zien we nu de uitgestrekte zee voor ons. Beneden is het druk in het restaurant, met een echte scheepsbar vol met nautische herinneringen.
De cultuurschok van de woestijn naar een plaatsje
We zijn de dag hiervoor laat in de middag aangekomen. We werden direct getroffen door de cultuurschok. Na een week leegte is bij het binnenrijden van het stadje de ruimte ineens beperkt. Het voelt alsof we al maanden kamperen in het wild terwijl we pas een goede week onderweg zijn. We moeten ons ineens weer aan de verkeersregels houden, wat niet meteen lukt. Voorrang geven en aan de goede kant van de weg rijden, terwijl we ook de weg zoeken. Inparkeren in de beveiligde krappe parkeerplaats van de B&B is zelfs een heuse uitdaging met een camper. In de woestijn en de lege wegen was hij nietig maar hier groter als we dachten. Een deurstopper aan de bovenkant van het hek raken we net bij het indraaien. Gelukkig maakt de klusjesman hem meteen, twee gaatjes er naast boren in de muur en het zat weer.
Daarna de eerste echte warme douche en een werkende Wi-Fi verbinding na een week. Als we van deze eerste cultuurschok zijn bijgekomen lopen we over de vrijwel lege straten naar de dichtstbijzijnde kroeg, Kucki’s pub. We drinken buiten op het terras een drankje. De straten zijn leeg, paar passerende auto’s en wat mensen op weg naar de supermarkt aan de overkant. Er gaan wat groepjes de kroeg binnen dus gaan we ook maar, bang dat er straks geen plaats meer is.
Binnen nemen we een tafel naast de bar. Hier zitten lokale mensen, er wordt gesproken, gelachen, geschreeuwd en een kaartspel gespeeld. Ons eten zijn volle borden waar je normaal twee dagen van kan eten. Pub food, vet en veel, we moeten zelfs met mes en vork eten. Het is wennen, na de lange pandemie en een week kamperen in het niets. En daarna zijn er de schone, gestreken, witte lakens in een ruim bed. Ongelooflijk maar het bestaat en kan. Wat een feest. Na twee jaar ineens zonder afstand in een kroeg zitten.
Wakker worden met de volgende cultuurschok
Opstaan met de tweede warme douche binnen vierentwintig uur, het stof is nu echt uit alle poriën gespoeld. Zelfs de vellen, van door de zonverbrande huid zijn weggespoeld. Het haar is gewassen. Als echte mensen schuiven we aan bij het ontbijt. Een net tafeltje met tafellinnen in een Engelse cottage stijl ingerichte ontbijtzaal, hier mag je niets morsen. Gebakken tomaat en champignons bij eieren op toast maken de cultuurschok compleet. We vullen zelfs de waszak om alles te laten wassen.
Doordat we gisteren de route aanpaste, door niet in de eenzame woestijn te overnachten, hebben we nu een extra dag, een dag zonder agenda, volledig leeg. Doelloos lopen we door het toeristische stadje. Een houten pier van tweehonderd meter, de zee in. Verlopen, leeg en mooi. Een strand. Paar winkelstraten met veel kunst- of toeristen winkeltjes, houtsnij en andere prullaria zaakjes. De zon schijnt en het is relaxed. Er is zelfs een heus museumpje met spullen uit de historie, de Duitse kolonialen tijd. Dingen van vroeger die je eigenlijk niet wil zien.
De temperatuur is heerlijk, de zee is koud doordat het water vanaf Antarctica direct hiernaartoe stroomt. De zon is hier sterk, en dus warm. Uiteindelijk zitten we ook gewoon in de tropen, gisteren zijn we de Steenbokskeerkring gepasseerd. Een gevaarlijke cocktail als we op een terras, met uitzicht op zee, zitten. Een volledig nieuw hotel met uitzicht op de boulevard, een klein jachthaventje met jachten om te vissen, het strand en natuurlijk de zee. Bijtanken met een koud glaasje rosé met een kleine lunch, midden op de dag. De toeristen zijn hier hoofdzakelijk Zuid-Afrikanen en Duitsers. Blank en met een gemiddelde leeftijd waar ik me nog jong bij kan voelen. Op het strand en op de boulevard spelen de kinderen, zwart, vrolijk met veel gegil. Het is pauze op de school en het is een feest om naar te kijken.
De echte cultuurschok komt na het eten
We aten acht jaar ook in deze sleepboot. Ergens buiten in een hoekje van het terras en later binnen in het restaurant. Het eten was toen niet memorabel, pub food. Het restaurant is ondertussen sterk verbeterd, duurder, luxer. Net als dit nieuwe hotel. De rest van het plaatsje duidelijk niet. Er wordt nu openlijk gebedeld op straat. We worden meerdere keren aangesproken door zogenaamde verkopers van zelfgemaakt houtsnijwerk die lang blijven zeuren. Er is een koortje wat langs de terrassen loopt, zingt en met de collectebak langskomt. Er wordt fruit verkocht op straat. Mannen lopen verveeld over straat of staan in groepjes. Daarnaast is er een hoop verborgen werkeloosheid, overal staan ‘parkeerbegeleiders’, ‘tasjes inpakkers’ en ‘beveiligers”. En in de avond zien we politie patrouilleren. Zelfs openlijke straatprostitutie vlak voor onze slaapplaats. Waarschijnlijk heeft Corona en het ontbreken van toeristen hier voor een terugval gezorgd.
En de rijke blanken, expats en toeristen hebben het goed overleefd. De rest niet. Triest om te zien, het was welvarender en nu duidelijk minder. De armoede is zichtbaar, groter als tien jaar geleden. Dat is de cultuurschok. Terug naar de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Cornerstone B&B, Swakupmond, 18 maart 2022